Finland op weg naar nul dak- en thuislozen

Overal in Europa neemt het aantal dak- en thuislozen toe. Behalve in Finland. Eind vorig jaar waren er nog 3686, binnen enkele jaren is de verwachting op nul uit te komen. Op reportage om te zien hoe de Finnen dat doen.

Om te zien en te horen hoe Finland het aantal dak- en thuislozen terugbrengt, organiseert Nienke Boesveldt, hoofdonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, regelmatig studiereizen. In juni 2023 voor de twaalfde keer, met een groep van vijftien deelnemers die allemaal actief zijn in de maatschappelijke opvang. Van ervaringsdeskundige tot beleidsmedewerker en alles wat daartussen zit. Kunnen we in Nederland het Finse voorbeeld volgen? En zo ja, wat is daar dan voor nodig? We krijgen uitgebreid college van betrokkenen en bezoeken instellingen.

Mensenrecht

Al snel blijkt de principiële scheiding tussen wonen en zorg een cruciaal element in het Finse beleid. In 2008 besloot de toenmalige regering dat wonen en zorg van elkaar gescheiden moesten worden. Voor de wet is iedereen immers autonoom burger, en heeft daarom recht op fatsoenlijke zelfstandige huisvesting. Goede huisvesting vinden de Finnen een mensenrecht, zo nodig met begeleiding of ondersteuning. Maar dat is niet onlosmakelijk verbonden aan het wonen.

Sindsdien zijn zorg en wonen in Finland niet meer in handen van dezelfde organisaties. Om de aansluiting, bemiddeling en ontwikkeling van nieuwe projecten goed te laten verlopen, zijn er onafhankelijke housing advisors aangesteld.

Onder de noemer housing first worden zelfstandige woningen, evenals verblijfsruimten in intramurale instellingen, aan de bewoners verhuurd door de Y-Foundation. Dat is een grote landelijke verhuurorganisatie met zo’n twintigduizend woonruimten in beheer. De hulp of ondersteuning biedende instellingen zijn niet tegelijk ook verhuurders. Je hulpverlener kan in Finland dus niet ook je huisbaas zijn; een dubbelrol die bij ons overwegend nog wel de standaard is.

Minder stigmatiserend

Maar hoe kan het dan dat juist de scheiding van wonen en zorg in Finland tot zo’n indrukwekkende afname van het aantal dak- en thuislozen leidt? Het antwoord lijkt simpel, maar blijkt in de uitvoering best complex. In ieder geval denkt en spreekt men in Finland niet meer over ‘dak- en thuislozen’, maar over ‘urgent woningzoekenden’. Een term die minder stigmatiserend is en meer recht doet aan de werkelijkheid.

Niet alleen bij het grote publiek, maar juist ook bij politici, beleidsmakers en instellingen zijn de stigmatiserende beelden over daklozen diep ingesleten. De angst voor excessen (overlast!) en de behoefte aan het beheersen van risico’s hebben vaak absolute prioriteit. Zonder al te veel vragen worden fundamentele rechten van dak- en thuislozen daaraan opgeofferd. In Nederland doen we dit bijvoorbeeld door voor het verkrijgen van woonruimte begeleiding en ondersteuning absoluut verplicht te stellen.

We bezoeken in Helsinki een instelling die we in Nederland zelfs wat oubollig zouden vinden. Een dame op leeftijd heeft er samen met haar twee dochters de touwtjes stevig in handen. De bewoners zijn enige tientallen mensen met serieuze psychische vraagstukken. Mensen die we in Nederland in instellingen voor begeleid wonen kunnen tegenkomen.

Aan de muur van de grote woonkeuken waar we koffie, taart en uitleg krijgen, hangt een groot bord met medicatietijden. Vooral psychofarmaca. Ook in deze instelling hebben alle bewoners een eigenstandige huurovereenkomst (op eigen naam) met de Y-Foundation. Moeder en dochters kunnen de situatie dan beheersen, zij zijn niet in de positie om iemand uit te zetten. Daar komen in ieder geval een externe psychiater en de Y-Foundation aan te pas. Een soort garantie op ‒ min of meer ‒ objectieve derden die uiteindelijk beslissen.

Oudste voorziening

Ook in de oudste voorziening voor maatschappelijke opvang in Finland, gerund door het Leger des Heils, blijkt de situatie zo te zijn. We treffen er voor de deur een paar bewoners die redelijk aan het stereotype beeld voldoen: blik bier in de hand en bruine vingers van het roken. Maar wel allemaal met een eigenstandige huurovereenkomst op naam. Dat betekent ook dat men van het eigen, karige, inkomen zelf een symbolisch stukje van de huur moet betalen. In de praktijk schiet dit er bij een deel van de bewoners nogal eens bij in… Blijkbaar geen reden om tot uitzetting over te gaan.

Het feit dat de bewoners van deze instelling een eigenstandige huurovereenkomst hebben, betekent ook iets voor de verhouding tussen bewoner en begeleider. Begeleiders hebben niet vanzelfsprekend het recht om de vertrekken van bewoners te betreden, hoewel zij wel over een sleutel beschikken. Zij moeten aankloppen en als er geen antwoord komt, dienen ze onverrichter zake weer om te keren.

Dat lijkt heel respectvol en principieel, maar heeft soms ook negatieve kanten. Omdat de afspraak is dat een kamer pas betreden wordt als de bewoner drie dagen niet gezien is, kan dit ook betekenen dat iemand twee dagen dood in zijn of haar kamer ligt. Veel bewoners kampen met gezondheidsproblemen en sommigen experimenteren nog weleens met drank of drugs of combinaties hiervan…

Veel goedkoper systeem

De vraag is hoever je wilt gaan in het beschouwen van mensen als autonoom individu met alle mensenrechten. In Finland gaat men daar sinds 2008 vrij ver in, en met indrukwekkende resultaten. Hoewel het dus soms ook tot minder wenselijke situaties kan leiden, maar dit verlies weegt blijkbaar niet op tegen de grote winst die het Finse systeem met zich meebrengt. Want ook de onlangs aangetreden nieuwe (rechtse) Finse regering, waaraan de extreem-rechtse Ware Finnen deelnemen, heeft niet aangekondigd dit systeem weer ter discussie te willen stellen.

‘Dat kan ook bijna niet, want dit systeem is veel goedkoper dan elke andere vorm van opvang en hulpverlening’, vertelt Juha Kahila, woordvoerder van de Y-Foundation, ‘en vergeet niet dat juist partijen als de Ware Finnen heel gevoelig zijn voor overlast in de publieke ruimte. Omdat het ons lukt om vrijwel iedereen te huisvesten, hebben we daar hier veel minder problemen mee.’

En dat lijkt te kloppen; we zien in Helsinki maar heel weinig mensen op straat die aan het klassieke beeld van de dak- en thuisloze voldoen. Het is zelfs zo dat sommige van mijn reisgenoten er een sport van maken om elkaar te wijzen op mensen die wel aan dit beeld voldoen. ‘Zie je wel, ze zijn er echt nog wel’, klinkt het dan triomfantelijk. Alsof er een bijna uitgestorven soort werd gespot.

30 procent sociale huisvesting

In vergelijking met de meeste andere Europese hoofdsteden, inclusief Amsterdam, zien zelfs getrainde ogen zoals die van mijn reisgenoten in Helsinki dus extreem weinig dak- en thuislozen op straat. De meeste mensen die ooit op straat leefden, zijn in zelfstandige woningen of woonprojecten gehuisvest. Finse sociale woningbouwprojecten behalen zelfs regelmatig prijzen voor de architectuur van de complexen die zij ontwikkelen.

Het geheim hierachter is ook weer een vrij principiële keuze van de Finse regering; een landelijke overheidsorganisatie (het Housing Finance and Development Centre of Finland (ARA), zie kader) financiert de uitvoering van nieuwe wijken en buurten in alle Finse gemeenten. En deze gemeenten zijn verplicht om 30 procent sociale huisvesting in hun plannen op te nemen. Voor het nakomen van deze verplichtingen hoeft de Finse overheid niet zo heel veel moeite te doen. Deels zal dit te maken hebben met de intrinsieke motivatie van de Finnen zelf. Het feit dat ARA ook de financiering van de infrastructuur als wegen en lantaarnpalen op zich neemt, mits er voldaan wordt aan de eerdergenoemde 30 procent sociale huisvesting, is echter een effectieve stok achter de deur.

Actieplan Dakloosheid

Tot het kabinet viel, was het de bedoeling dat staatssecretaris Maarten van Ooijen in november Finland zou bezoeken. In het door hem en minister Hugo de Jonge in december 2022 gezamenlijk gepresenteerde Nationaal Actieplan Dakloosheid heeft het scheiden van wonen en zorg een vrij prominente plek. ‘Eerst een thuis’ is de ondertitel van dit plan; precies dat waarmee Finland uiteindelijk stevige grip kreeg op het complexe vraagstuk dak- en thuisloosheid.

Nu het kabinet demissionair is, gaat deze studiereis niet door. En omdat de verkiezingen pas in november zijn, zal een bezoek van zijn opvolger ook nog wel even op zich laten wachten. Een belangrijke aanjager van de uitvoering van dit ambitieuze plan, dat met medewerking van heel wat betrokkenen tot stand kwam, is daarmee weggevallen.

Dat neemt niet weg dat we ons in Nederland ook in de uitvoeringspraktijk veel meer zouden kunnen laten inspireren door het succesvolle Finse voorbeeld. Mede dankzij studiereizen zijn inmiddels heel wat sleutelfiguren uit de maatschappelijke opvang goed op de hoogte. Aan kennis dus geen gebrek, mogelijk ontbreekt het hier en daar nog aan lef of politieke wil voor deze effectieve paradigmashift in de benadering van dak- en thuisloosheid (urgent woningzoekenden).

Het scheiden van wonen en zorg kwam mede dankzij belangenorganisaties en ervaringsdeskundigen zo prominent in het Nationaal Actieplan Dakloosheid terecht. Om op korte termijn ook tot een praktische uitwerking hiervan te komen, is waarschijnlijk nog veel druk vanuit die belangenorganisaties en ervaringsdeskundigen nodig.   

ARA: voor comfortabel wonen
Het Housing Finance and Development Centre of Finland, ARA, heeft een grote verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het Finse huisvestingsbeleid. De overheidsorganisatie, die valt onder het ministerie van Milieu, is partner, ontwikkelaar en vernieuwer van woningen die duurzaam, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar zijn. Het uitgangspunt van ARA is: iedereen heeft recht op comfortabel wonen.

Marc Räkers is verbonden aan Eropaf!

Met dank aan Nienke Boesveldt. (Dit artikel verscheen tevens op Socialevraagstukken.nl).