Interview met Lieke: ‘je bent niet een nummer, maar een cliënt’

Lieke was haar vertrouwen in bewindvoerders verloren. Via via kwam ze bij Eropaf! Ondersteuning en dat maakte verschil. Toen er eenmaal rust kwam op het financiële front, vond ze de kracht om te werken aan de trauma’s uit haar jeugd.

‘Ik zit sinds 2018 bij Anton Kwakkenbos, een bewindvoerder van Eropaf! Ondersteuning. Ik zat eerder ook al onder bewind, in 2014. Maar daar gingen ze niet zo menselijk te werk. Het was meer zo van: ‘Wij beslissen’. Dat was niet fijn. Op een gegeven moment was mijn schuld gesaneerd en ik was verhuisd. Toen kreeg ik daar toch weer brieven van schuldeisers. En er kwamen weer deurwaarders aan de deur. Ik had zoiets van: wat is dit? Hoe kan dit?

Al die oude schulden staken weer de kop op. Dus mijn vertrouwen in bewindvoering in het algemeen was ik wel een beetje kwijtgeraakt. Ik wilde het zelf oplossen, maar dat ging niet. Het kwam allemaal weer terug. Ik raakte achter met de huur, en bijna werd ik ontruimd.

De goeie kant op

Toen kwam er een mevrouw van de gemeente langs en die bracht me in contact met Anton, van Eropaf! Ondersteuning.

In het begin was dat moeilijk. Ik vertrouwde bewindvoerders niet meer. Maar na verloop van een paar maanden zag ik dat het allemaal netjes verliep. Maar niet alleen dat, maar ook de manier waarop hij met je omgaat. Laat ik het zo zeggen: je bent niet een nummer, maar een cliënt. Dat raakt je. Dat gaf vertrouwen.

Hij heeft contact gezocht met de schuldeisers, gesprekken gevoerd. Dan zie je toch wel dat de brieven niet meer komen. Mijn grote stress en hoofdpijn namen ook af. Dan zie je: dit gaat toch wel de goeie kant op.

Vervelende levenservaring

Doordat de financiële rust terugkeerde, werd ik me ervan bewust dat ik in de knoop zat met een vervelende levenservaring. Ik sloot me af van mensen. Dat besefte ik eerst nog niet. Ik heb daarover een gesprek gehad met die mevrouw van de gemeente en Anton. Daardoor ben ik wel wat losser geworden. Ik durf nu beter over dat emotionele stuk te praten.

Toen heeft hij me doorverwezen naar een maatschappelijk werker, voor hulp bij traumaverwerking. Via haar kan ik nu terecht bij een psycholoog. Daarvoor sta ik op de wachtlijst.

Ik heb gemerkt: als je in staat bent om je te laten helpen, dan verandert je houding naar anderen toe. Door erover te praten kom je toch verder. Dan kan je die ‘zwarte doos’ een plekje geven.

Helemaal alleen

Ik werd thuis mishandeld. Het begon rond mijn elfde, toen mijn moeder was overleden, en het duurde tot mijn zestiende. Ik had hulp gezocht via mijn huisarts, omdat ik uit huis wilde. En er werd ook toegezegd dat ze me zouden komen halen, maar uiteindelijk gebeurde dat niet. Als kind, als je dat meemaakt, dan ben je gewoon bang. Ik had naar een veilige plek gewild, maar dat is niet gebeurd. Je staat er dan helemaal alleen voor. Dat breekt je, als mens.

Ik heb gemerkt: als je geen steun krijgt, dan breek je van binnen. Je bent dan boos. Boos op de wereld. Boos op de mensen die je vertrouwde. Boos op het systeem, op Bonaire. Toen ik zestien was, is het gestopt. Ik kreeg toen een vriend die bij de politie werkte. Daardoor is het toen gestopt.

Vol pijn en woede

Ik ben daarna naar Nederland gekomen, via mijn broer. Ik was toen achttien. Toen was het voorbij. Maar toen ik eenmaal hier was, was het niet makkelijk. Je bent alleen. Ik merkte op school dat ik me niet kon focussen. Je zit zo vol van pijn en woede.  Ik kon ’s nachts niet slapen, dus sliep ik overdag. Zo draaide ik mijn dag- en nachtritme om. Wat ik deed, was: mezelf proberen te verwennen met spullen. Zo kwam ik in de schulden. Mijn verhaal, daar kon ik niet over praten.

Toen kreeg ik de kinderen. De eerste paar jaar met de vader, maar verder stond ik er alleen voor. Dan moet je wel doorgaan. Dat is… heel zwaar. Ik heb twee meisjes die nu volwassen zijn en twee jongens die nog naar de basisschool gaan.

Een beetje regen

Ik moet zuinig leven, maar het gaat wel. De manier waarop ik nu behandeld word, is anders. De vorige bewindvoerder was best wel arrogant. Daardoor was ik mijn vertrouwen in instanties kwijtgeraakt. Ik kreeg mijn leefgeld niet op tijd. Dan zit je telkens naar buiten te kijken of je al een postbode ziet. En als je er wat van zegt, dan zeggen ze: ‘Dan had je je niet in de schulden moeten werken!’

Ik weet nog dat ik een keer naar het kantoor moest komen, maar ik had geen geld voor de bus. Mijn zoontje was te vroeg geboren en er was van alles mee aan de hand, medisch gezien. Het was 45 minuten lopen vanaf mijn huis naar kantoor en het regende. Maar toen ik belde om de afspraak te verzetten, zei die man: ‘Een beetje regen, daar kan je kindje toch wel tegen?’

‘Ik kom je wel helpen’

Ik gebruik de kinderbijslag voor extra dingen, zoals voor de tuin of de kamers van de kinderen. Zo heb ik, toen ik hier net woonde, een keer tegels gekocht voor de tuin. Maar het laten bestraten was te duur. Toen zei Anton: ‘Ik kom je wel helpen’. En inderdaad: op een zaterdag kwam hij, met nog iemand samen, langs om de tegels te leggen! Als ik het vertel aan mijn kennissen, geloven ze me niet eens. Hij heeft ook geholpen met het ophangen van de afzuigkap. Dat was allemaal geen probleem. Dat is toch fantastisch? Dat iemand bereid is om je te helpen?

Ik vind: bewindvoerders hoeven heus niet allemaal bij je thuis te komen helpen, hoor. Maar het mag wel wat menselijker worden. Dat ze je als mens behandelen en niet als een nummer.’

Marco Ploeger is medewerker van Eropaf!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *