
Missie
Eropaf! stelt als onafhankelijke organisatie in het sociaal werk vanzelfsprekendheden ter discussie over hoe organisaties en systemen met mensen omgaan, vanuit de overtuiging dat iedereen meetelt en aangesproken moet worden op wat hij/zij kan.
Eropaf! is een ideeënfabriek, die levendige discussies over het sociaal werk in gang zet, die mensen die het anders willen doen met elkaar verbindt en die als een veel gevraagde gesprekpartner fungeert voor bestuurders.
Inleiding
De evolutie die Eropaf! van actiegroep naar professionele organisatie maakt, is nog volop gaande. Wat ‘wij’ zijn en willen worden is een belangrijke vraag die we in dit beleidsplan beantwoorden. Het plan is voortgekomen uit een beleidscyclus met begrotingen, jaarplannen, evaluaties door alle ‘geledingen’, jaarrekeningen en jaarverslagen vanaf 2013, toen we het vorige beleidsplan (2013 – 2018) schreven.
Het beleidsplan is een strategisch document dat intern (voor de medewerkers en sympathisanten van Eropaf!) dient als onderlegger voor de ontwikkeling van een gezamenlijk focus. Het helpt om de gemeenschappelijke identiteit, betrokkenheid, motivatie, focus en slagkracht te vergroten. Het is ook belangrijk voor de externe profilering van Eropaf!. Omdat we het op de Eropaf!-website zetten is het ook een proeve van transparantie: practise what you preach.
We geven in het plan antwoord op vragen die in de volgende paragrafen aan bod komen:
1. Waartoe is Eropaf! op aarde?
2. Wat hebben we de afgelopen jaren bereikt met en geleerd van het recht doen aan mensen in kwetsbare omstandigheden (toegespitst op het voorkomen van huisuitzettingen, het realiseren van effectievere schuldhulpverlening, en het ontwikkelen van verbindende manieren van adviseren, opleiden en onderzoeken)?
3. Aan welke uitdagingen geven we de komende tijd prioriteit, en waarom?
1. Waartoe is Eropaf! op aarde?
9 februari 2007 is de Stichting opgericht met als doel “het (her-)verbinden van burger en samenleving door er zorg voor te dragen dat de relatie tussen de mogelijkheden in de leefwereld van individuen en die van de systeemwereld tot stand komt. En er vervolgens – als deze tot stand is gebracht – voor te zorgen dat een beweging op gang wordt gebracht, die de relatie blijvend herstelt en vereenvoudigt. Om dit te bereiken wil Eropaf! een versnelling tot stand brengen, in de uitwisseling van kennis en ervaring, tussen alle denkbare partijen, over innovatie in het sociaal werk en in het bijzonder over outreachend werken en denken. StichtingEropaf !richt zich niet alleen op de hulpverleners en de hulpverlening aan burgers. Zij geeft ook advies aan professionele organisaties, bewonersgroepen en gemeenten. Daarbij deelt zij kennis en initieert zij waar nodig onderzoek. De insteek is ondersteunen van de burger in een kwetsbare positie, die grote maatschappelijke risico’s loopt. Dreigende dakloosheid is hierbij zowel een concreet als een symbolisch aangrijpingspunt”.
Zo stond het doel van de stichting omschreven in het vorige beleidsplan van 2013. Na vijf jaar is dat doel nog steeds van kracht. Verschuivingen in de maatschappelijke context maken dat we deze motieven op drie punten aanscherpen:
1. Ontbinding van de verzorgingsstaat
Sommigen spreken over de vernietiging, anderen over de revisie of transformatie van de verzorgingsstaat. Wat er in ieder geval nu speelt is dat de oude maatschappelijke ordening verdwijnt. Rechten in het sociale domein, inclusief in het werk, nemen af en onzekerheid neemt toe.
Het gat van de rechtsstaat dat zo ontstaat vult zich met identiteitspolitiek, die soms onverholen racistisch het verschil benadrukt tussen wij en zij: Nederlandse Nederlanders versus ‘buitenlandse’ Nederlanders. In plaats van het verschil verkleinen tussen arm en rijk, waar de verzorgingsstaat op gebouwd was, draagt politiek ‘links’ bij aan dat gat. Ze schudde in de paarse kabinetten (jaren negentig) haar ideologische veren af en ging mee met de neoliberale marktwerking en meritocratie (de misvatting dat succes en rijkdom persoonlijke verdiensten zijn (van krantenjongen tot miljonair) en dat armoede eigen schuld is).
Er werd steeds minder – in vergelijking met de jaren zeventig – mét de mensen aan de onderkant van de samenleving gepraat. Democratisering werd teruggedraaid en er werd steeds meer vóór hen gepraat, gedacht en gehandeld.
Er is ondertussen een steeds grotere bres geslagen in de fundamenten van de verzorgingsstaat. Die was het resultaat van anderhalve eeuw strijd voor recht voor allen, strijd tegen perverse rijkdom en schrijnende armoede en van lering trekken uit twee wereldoorlogen en een economische crisis. Die strijd en dat leren werden door de neoliberale politiek weggedrukt. De overheid moest kleiner en de markt groter om de kosten te beteugelen, ook in het sociale domein. ‘Bezuinigen’ werd het al maar terugkerende beleidsdoel. Economische groei ging sindsdien voor alles. De markt kreeg alle ruimte om wereldwijd naar maximale winsten te streven.
Zo trok het neoliberalisme een gat in samenlevingen en in de levens van kwetsbare mensen. Wereldwijd maar ook binnenslands. Hier beloofde de neoliberale politiek dat meer markt voor minder overheid en voor betere en goedkopere dienstverlening zou zorgen. Dat werd ondersteund met een organisatiefilosofie die bekend staat als New Public Management (NPM)). Ze drong de invloed terug van beroepen die ooit maatschappelijk aanzien en invloed hadden, zoals leraar, dokter en sociaal werker. Die veranderden in uitvoerders van wat door anderen bedacht was, op grond van ‘wetenschappelijke’ bewijzen.
New Public Management (NPM) draait om de macht van managers en hun opdrachtgevers: bestuurders en politici. Top down. Zij maken sinds de jaren negentig in alle sectoren van het sociale domein de dienst uit. Zij zorgen voor fragmentatie van het werk en toename van administratieve rompslomp, gebaseerd op planning/aanbesteding/controle/afrekening.[1]
In 2014 publiceerde Eropaf! boek ‘Outreachend besturen’ (uitgave Wmo-werkplaatsen) om tegen NPM te waarschuwen en om te laten zien dan het anders kan en moet.
2. De versnelde groei van een onderklasse
Politici, managers en bestuurders zitten nog steeds gevangen in het NPM-systeem [2]. Ze rechtvaardigen hun ingrepen met: “Het gaat wel om belastinggeld! Dat moet goed en controleerbaar besteed worden!” Critici, waaronder Eropaf!, brengen hier tegenin: ‘Maar het gaat ook om mensen! Dat lijk je te vergeten als je mensen versleutelt tot klanten. Als politiek verandert in marketing’.
Eropaf! is onderdeel van een tegenbeweging die vertrekt bij een signaal van onderaf: wij willen gehoord worden! We geloven niet meer in vadertje staat. De gedupeerden van NPM eisen dat de menselijke maat weer terugkomt in de voorzieningen van het sociale domein. Zeker als de omstandigheden van mensen ingewikkeld zijn, werkt dat van boven- en buitenaf opknippen, indexeren, beregelen van problemen niet goed. En werken met kant-en-klare recepten (zgn. evidence based methodieken) evenmin.
De rationalisering van het sociale domein door NPM heeft de afgelopen jaren de kloof tussen arm en rijk sterk vergroot. Terwijl de markt taken van de overheid overnam zorgden nieuwe wetten en regels ervoor dat het recht op voorzieningen werd ingeperkt en dat de arbeidsmarkt flexibiliseerde. Ook werk als bestaanszekerheid is de afgelopen jaren voor miljoenen mensen op de schop gegaan. Ook zijn de kosten voor levensonderhoud door de marktwerking op de woonmarkt, in de zorgverzekering en bij nutsbedrijven enorm gestegen.
Dat alles dupeerde allereerst de mensen in kwetsbare situaties (armen, ouderen, gebrekkigen, een-oudergezinnen en jongeren in achterstandswijken, kortom: mensen met weinig economisch, sociaal en cultureel kapitaal). Die verloren allerlei rechten en zekerheden en werden steeds meer gedwongen een beroep te doen op gunsten (voedselbanken, mantelzorg, vrijwilligerssteun).
Sinds de economische crisis van 2008 komen ook steeds meer mensen uit de middenklasse als gevolg van schulden, scheiding, ziekte en ontslag in dit ‘precariaat’ terecht. Naast voorkomen van huisuitzettingen legt Eropaf! de laatste jaren daarom prioriteit bij het zoeken naar alternatieven voor de NPM-gedomineerde schuldhulpverlening.
3. Professionals in het sociale domein zijn veranderd in functionarissen
Een kwart eeuw NPM betekent ook een aanslag op de beroepstrots, creatieve ruimte en zelfrespect van professionals. Ze zijn veranderd in functionarissen die verleerd hebben zelf na te denken over de maatschappelijke aard van de spanningen en tegenstellingen die binnen hun praktijken spelen. Dat heeft geleid tot ‘beroepszeer’, zeker bij de vakmensen met een roeping die dat juist wél willen.
Daarom staan ook veel professionals sympathiek tegenover de acties van Eropaf!. Ze willen niet langer deel uitmaken van de NPM-systeemwereld, ze willen niet op afstand staan van de leefwereld van burgers in kwetsbare posities. Ze willen outreachend, oplossingsgericht en behoeftengestuurd werken. Ze willen ondersteuning bieden waar nodig, aan mensen die ze werkelijk hebben leren kennen, en zich niet op de eerste plaats laten leiden door procedures. Ze breken zo nodig uit het hokje waarin hun functie gevangen zit, om effectief samen te kunnen werken met bewoners, ervaringsdeskundigen en met andere outreachende professionals. Ze streven ernaar voldoende handelingsruimte te hebben om effectief samen te werken, juist ook met burgers in precaire situaties.
Outreachende werkers zijn specialist van het alledaagse leven van mensen in precaire omstandigheden: de ‘leefwereld’ van familie, buurt en gemeenschap. Als autonome professionals tussen de systeem- en leefwereld denken ze inclusief en integraal. Hun loyaliteit ligt bij de vraag: hoe kan ik mensen in precaire omstandigheden aan de verwarrende druk van de systeemwereld helpen ontsnappen? Hoe help ik ze zelf weer de regie te nemen en welke gereedschappen en initiatieven zijn daarvoor nodig?
Daarop is de rol, de status en het aanzien van Eropaf! de laatste jaren gericht geweest, als een bondgenoot van ervaringsdeskundigen en van outreachende professionals met beroepseer. Dat zijn sociaal werkers, leraren en verpleegkundigen die de voorgeschreven protocollen, targets, registratie- en afrekenmodellen op het tweede plan zetten. Ze willen veel meer dan nu gebeurt samen oplossingen van binnenuit en onderop ontwikkelen. Niet voor maar met de betrokken burgers. Ze willen minder ‘blauw’ en meer ‘groen’, zoals onderstaande schema duidelijk maakt:

Figuur 1. Systeem- versus leefwereld centraal
2. Wat hebben we de afgelopen jaren bereikt met en geleerd van het recht doen aan mensen in kwetsbare omstandigheden?
(Toegespitst op het voorkomen van huisuitzettingen, het realiseren van effectievere schuldhulpverlening, en het ontwikkelen van verbindende manieren van adviseren, opleiden en onderzoeken).
In het licht van de grote verschuivingen in samenleving, beroepenveld en de sociale zekerheid van mensen aan de onderkant van de samenleving is Eropaf! een David en geenszins een Goliath. We onderscheiden daarbij drie werkbases binnen Eropaf!: a. de stichting Eropaf!, b. de coöperatie Eropaf! & Co en c. Eropaf!-ondersteuning.
a. De Stichting Eropaf! is een kleine slagvaardige organisatie die bestaat uit vijf bestuurders en twee adviseurs. Die hebben hun wortels bij diverse organisaties en overheden zoals de maatschappelijke opvang, Rijks- en gemeentelijke overheden, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, publicitaire sector, hogescholen en universiteiten. Deze mensen bundelen hun krachten vanuit hun specifieke achtergrond, kennis en ervaring op verschillende inhoudelijke terreinen, met name het voorkomen van huisuitzettingen, het realiseren van effectievere schuldhulpverlening, en het ontwikkelen van verbindende manieren van adviseren, opleiden en onderzoeken.
Meer in het bijzonder is de Stichting verantwoordelijk voor het promoten en verder ontwikkelen van het Eropaf! gedachtegoed en haar reputatie. Dat houdt in:
- Invulling geven aan haar doelstellingen: samen trachten de overgang te realiseren van minder blauw en meer groen in het sociale domein (zie figuur 1). Daarbij bundelen de deelnemers hun krachten bij het zoeken naar nieuwe vormen van actie en publiciteit, bij het stem geven aan mensen die sociaal uitgesloten worden en bij de samenwerking met partners die dezelfde motieven en doelstellingen zijn toegedaan in het sociale domein, maar ook in de domeinen werk, wonen en onderwijs. Dat is terug te vinden in:
- de ondersteuning van COEVA,
- het organiseren van congressen en bijeenkomsten, sommige samen met andere organisaties, zoals COEVA, Sociale Vraagstukken, het Huurdershuis Arnhem.
- in de samenwerking van publicaties met het tijdschrift voor Sociale Vraagstukken en Sozio
- in het beheer van het meldpunt voorkomen van huisuitzettingen. Sinds 2007 heeft de Stichting een Meldpunt voor het voorkomen van huisuitzettingen, dat door verschillende leden worden bemenst. De laatste jaren gebeurt dat samen met het Huurdershuis Arnhem. De meldingen voeden andere werkzaamheden, zoals het analyseren van schulddienstverlening, beleidsbeïnvloeding, agendering prioriteiten, congressen, etcetera. Met de ervaringen die we als Eropaf! hiermee opdoet, hebben we in 2018 een tweede, herziene, druk van de Handreiking Voorkomen huisuitzettingen gemaakt. Dat is een onderlegger voor een landelijke benadering van (huur)schulden in het hele land. De samenwerking tussen het Meldpunt en Eropaf!-ondersteuning is nog niet gerealiseerd.
- Zorgen voor een goed beheer van a. website, b. ICT, c. financiën.
- a. met de aanstelling van een professionele webbeheerder is na jarenlange stagnatie de publicatie (ook van een Nieuwsbrief) weer op gang gekomen;
- b. ICT. Daar is door wisseling van providers veel achterstallig werk en zelfs onherstelbare schade ontstaan, zowel bij de werkbasis Eropaf-Ondersteuning waar veel mails zijn kwijt geraakt door de vorige provider. Nu de overstap is gemaakt naar nieuwe provider lijkt het de goede kant op te gaan: een goede organisatie met helpdesk, back up, enz.. Een belangrijke rol die Eropaf! had: databank voor alles wat met huisuitzettingen, en later ook met schuldhulpverlening te maken had, is bij deze overstap naar de vorige provider verloren gegaan.
- c. Ook het boekhoudkundig beheer van de Eropaf!-financiën liet te wensen over, door contracten – tot twee keer toe – met twee bedrijven die niet (konden) leveren wat nodig is voor inzicht in de kosten en baten t.b.v. verantwoording aan de belasting en voor jaarrekeningen en begrotingen. Na deze teleurstellende ervaringen zijn nu (najaar 2018) contracten gemaakt met een bedrijf dat bovengenoemde diensten wel lijkt te kunnen leveren.
3. Aan welke uitdagingen geven we de komende tijd prioriteit, en waarom?
Gelet op de tegenvallende resultaten de afgelopen tijd, deels het gevolg van het weinig professionele beheer van de uitvoering, ligt de prioriteit de komende jaren op:
- Versterken van het professionele beheer van de uitvoering
- Vereenvoudiging van de organisatiestructuur
- Verbetering van de operationalisering en acquisitie van het aanbod aan activiteiten (advisering, training, coaching, opleiding, het organiseren van bijeenkomsten en congressen en onderzoek)
- Versterking van bondgenootschappen met instellingen en initiatieven die ook met de omslag van ‘blauw’ naar ‘groen’ bezig zijn. O.a.om Eropaf!-ondersteuning van de grond te krijgen.
Noten:
[1] Op zich lijkt deze NPM-manier van werken binnen een deelgebied van zorg of dienstverlening logisch, zelfs rationeel. Het volgt de logica van het lopende bandsysteem. Je maakt van mensen klanten met een nummer (studentnummer, patiëntnummer, cliëntnummer). Je knipt het doel wat je met ze hebt in stukjes. Elk probleem, elke leeropdracht of elke zorgtaak wordt vervolgens uitbesteed aan een aanbieder die beschikt over uitvoerders die telbare ‘targets’ moeten halen (studenten moeten 60 studiepunten per jaar ‘halen’, in de zorg worden resultaten gescoord op een zelfredzaamheidsmatrix en in alle sectoren tellen de managers en hun opdrachtgevers resultaten vanuit de snelheid waarmee klanten (targets) over een denkbeeldige lopende band van input-throughput-output worden geloodst).
[2] Als puntje bij paaltje komt hebben de regering maar ook de bestuurders en managers weinig oog voor de schade die het neoliberale model in de samenleving teweegbrengt. Bij hen staat winstgevendheid voorop. Als je als land te royaal bent met uitkeringen of de AOW, schaadt dat je status in het internationale betalingsverkeer. Een lagere status betekent dat je meer rente op schulden moet betalen. Ook al wil de bevolking iets anders, je wordt als regering gedwongen in het gareel van deze internationale orde te lopen. Denk aan Griekenland waar de economische crisis, die veroorzaakt was door manipulaties van kapitaalkrachtige industriëlen en reders en corrupte politici en bankiers, werd afgewenteld op de bevolking. En denk aan de sociaal-democratische EU-commissaris Deijsselbloem, die daarbij met verve de rol van beul speelde en in niets lijkt op zijn illustere voorgangers Den Uyl en Drees. Wereldwijd moeten de armen, de mensen met de zwakste schouders, het verlies dragen. De sterkste schouders krijgen de winst breed uitgemeten. Dat heette ooit onrecht, maar is nu ‘gewoon zoals het is’.